Belang van Sport en bewegen voor ouderen door de bril van een docent seniorensportopleiding

Je moet leren differentiëren in de lessen

Caroline Swarts is sinds 20 jaar docent op het CIOS in Heereveen en de Hanze Hogeschool sportstudies. Heel wat jaren daarvoor heeft ze zelf seniorengroepen lesgegeven. Sinds 20 jaar verzorgt ze de opleiding seniorensportleider. Ze heeft zelf ook de MBvO-opleiding gevolgd eind jaren ‘80.

Steeds minder studenten op de opleiding

“Ook dit jaar start er weer een nieuwe groep studenten aan de opleiding seniorensportleider. Ik merk dat het een golfbeweging is. Soms hadden we wel 60 deelnemers, maar dit jaar is het helaas maar een klein groepje. Dit is een trend van de afgelopen jaren.”

“Ik vind het erg belangrijk dat studenten stagelopen. Zonder stage kun je niet voldoende leren. Je moet in de praktijk met de doelgroep gewerkt hebben. De huidige studenten zijn echt geïnteresseerd in de doelgroep, daarom kiezen ze ook voor dit onderdeel. Deze studenten komen bijvoorbeeld via een eerdere stage in aanraking met de doelgroep. Ze raken dan sneller geïnteresseerd dan studenten die nog niet met de doelgroep hebben gewerkt. Ook merken ze dat ze door de opleiding meer waard zijn op de arbeidsmarkt. Naast sportstudenten zijn er ook mensen uit de zorg die deelnemen. Zij willen graag leren hoe ze in de zorgsetting sport en bewegen kunnen aanbieden. Dat zijn zij-instromers of studenten die de zorg opleiding volgen. Ze leren heel veel van elkaar als het een gemengd gezelschap is. Er wordt momenteel te weinig aandacht aan besteed om deze mensen erbij te betrekken.”

Geen volledige baangarantie

“Op dit moment komen studenten niet heel vaak terecht in het werkveld voor de doelgroep ouderen. Het werk in de seniorensport is heel erg versnipperd. Studenten die van de opleiding komen willen gewoon een (volledige) baan. Ze kunnen niet leven van hier en daar een aantal uurtjes in de week. Er zijn wel een aantal studenten die hier werk aan hebben over gehouden maar er gaan er ook veel nog een hbo-opleiding volgen.

Caroline denkt dat het een gegeven blijft dat je als sportleider zult moeten blijven reizen om bij de mensen te komen. “Dat maakt het vak niet echt interessant. Het moet dus beter beloond worden. Als je reiskosten en een uurloon krijgt, wordt het aantrekkelijker. Een uurtje hier en een uurtje daar is niet aantrekkelijk voor een laag uurloon. Iedereen vindt het werk leuk, maar er moet wel iets tegenover staan. De doelgroep zelf moet ook het geld ervoor over hebben als zij een kwalitatief goede lesgever voor de groep willen hebben.” Caroline denkt ook dat als er goede connecties met zorgverzekeraars zijn, bijvoorbeeld korting door beweging, er ook iets mogelijk kan zijn om hier meer in te investeren.”

Het is een andere manier van lesgeven

“De opleiding sportleider senioren is belangrijk omdat je je lessen op een hele andere manier moet gaan voorbereiden. Er zit meer achtergrond achter en je stelt andere doelen met je lessen. Je leert meer over ziektebeelden en dingen die wel of niet kunnen bij een bepaalde aandoening. Lichamelijk en geestelijk gezien. Mensen die al een tijd lesgeven en de opleiding gaan volgen hadden niet verwacht dat ze nog zoveel zouden leren, ook qua creativiteit in je lesaanbod. Voor de doelgroep is het belangrijk dat er een opgeleide lesgever is zodat zij op maat aanbod krijgen. Het is niet moeilijk om een sportlesje te bedenken, maar dat wil niet zeggen dat dat voor alle deelnemers een passende uitdaging is. Op het moment dat je daarnaar leert kijken en je in je lessen kunt differentiëren heeft men daar veel meer baat bij.”

“Als mensen namelijk meer doen met balans en spierkracht zullen ze minder snel vallen met letsel.
Seniorensport moet ingebed worden in bepaalde vakken. Als je werkt met speciale doelgroepen moet er een stuk seniorensport in het onderwijs zijn. Je ziet het dan niet als een speciaal onderdeel maar het moet automatisch aangeboden worden als ze een bepaald profiel kiezen. Dat zou in de zorg ook kunnen bijvoorbeeld met activiteitenbegeleiders.”

We moeten het aanbod laagdrempeliger maken

“Meer opleidingsinstituten zouden deze opleiding aan moeten bieden. Hoe hoger de drempel om iets te gaan volgen, hoe minder snel mensen ervoor kiezen. Misschien zouden we het gedifferentieerder moeten aanbieden. Sommige mensen hoeven wellicht niet de volledige cursus te volgen. Er moet soms wat meer maatwerk aangeboden worden.”

“Mijn ultieme droom voor seniorensportaanbod in Nederland is dat het aanbod wat er is, laagdrempeliger is. Mensen moeten zich welkom voelen om ergens aan mee te doen. Ze denken vaak dat ze iets niet kunnen, maar ze moeten geholpen worden om in te zien wat ze allemaal nog wel kunnen. Binding, laagdrempeligheid en een aanjager zijn de belangrijkste elementen. Dat leren onze studenten ook tijdens de lessen.”