Belang van Sport en bewegen voor ouderen door de bril van een net afgestudeerde seniorensportdocent
Opleidingen zouden meer aandacht moeten besteden aan seniorensportlessen
Als afgestuurd Cios’ser en ALO’er is Lieke van Dongen al ruim 10 jaar actief als buurtsportcoach senioren en beweegmakelaar in de gemeente Steenbergen. Ze geeft al die tijd al beweeglessen aan senioren, maar heeft nog veel meer taken in de gemeente om sport en bewegen voor iedere inwoner mogelijk te maken. Toch wilde Lieke zichzelf uitdagen om na al die jaren praktijkervaring opnieuw een studie te gaan volgen; Sport- en beweegleider senioren.
“Ook als je het Cios en de ALO hebt gevolgd, kun je nog onwijs veel leren tijdens deze opleiding. Natuurlijk heb ik al veel kennis van bijvoorbeeld didactiek. Maar met name omgaan met de sociale aspecten en met bepaalde ziektebeelden van de doelgroep hebben mij veel nieuwe kennis gebracht. Op het Cios heb ik wel wat lessen over seniorensport gehad, maar op de ALO helemaal niets. Ook was het vak ‘dans’ voor mij een grote meerwaarde. Dat probeerde ik in mijn lessen altijd een beetje te vermijden maar ik heb nu zoveel toffe dingen geleerd die ik toe kan passen in mijn lessen! Ik zie dat senioren echt genieten van bewegen op muziek en dat dat heel veel meerwaarde kan hebben in je les. Ook werd ons een gastles valpreventie aangeboden, dat heeft mij enthousiast gemaakt om ook deze cursus nog te gaan volgen. Ik denk dat dat nog een hele mooie plus zou zijn om in mijn lessen toe te kunnen passen.
Nu ik het diploma sport- en beweegleider heb behaald merk ik dat ik beter kan onderbouwen waarom ik bepaalde oefeningen in mijn les aanbied. Ook kan ik specifieker aangeven wat ieder individu nodig heeft om zichzelf uit te dagen. De theorie achter het lesgeven is verbeterd en daarmee dus ook de uitdaging die ik iedere deelnemer kan bieden. Ik ben anders naar de groep gaan kijken. Dat komt vooral door het vak ‘psychosociale aspecten van het ouder worden’. Ik kan naast een uitdagende les voor ieder individu, nu ook uitdaging in het groepsproces creëren. Tijdens de lessen methodiek voor kwetsbare ouderen heb ik heel veel nieuwe leisteen opgedaan. Ik heb geleerd hoe je met weinig materiaal, zoals een aantal katoenen zakdoeken, een hele les met bewegingen kunt vullen. En dat terwijl ik altijd mijn hele auto vol met lesmateriaal laadt voordat ik naar mijn lesaccommodatie ga.
Aan mijn groepen merk ik heel goed dat zij het fijn vinden dat er een kwalitatief goede docent voor de groep staat. Een goede lesgever kan op alle aspecten inspelen en niet iedereen kan dat. Om een voorbeeld te geven; het motorisch niveau moet voor iedereen uitdagend zijn, maar er is heel veel verschil in startniveau binnen seniorengroepen. Zie daar maar is zo mee om te gaan dat de inhoud van je les voor iedereen uitdagend, maar ook haalbaar is. Datzelfde geld voor het cognitieve niveau van de groep. Je moet daar per individu heel goed op in kunnen spelen.
Tot slot is feeling met de doelgroep heel belangrijk. Ik denk dat een opleiding je dat niet kan leren. Je hebt het, of je hebt het niet. Ik vind het heerlijk om deze doelgroep les te geven omdat je hier echt het verschil kunt maken. Deze mensen genieten zo van hun beweegmomentje iedere week, en dat mag ik als lesgever voor ze mogelijk maken!
Wat mij betreft moeten er in iedere gemeente opgeleide beweegleiders voor senioren actief zijn. Steeds meer senioren blijven langer alleen wonen en moeten zelfredzaam zijn. En dit terwijl hun sociale netwerk langzaam steeds kleiner wordt. Ook zijn er steeds meer ouderen met dementie. Het is algemeen bekend dat voldoende beweging dit kan uitstellen.
Om het vak aantrekkelijker en bekender te maken moeten sportopleidingen al beginnen met aandacht besteden aan seniorensport in hun lesprogramma. Veel opleidingen richten zich grotendeels op beweegstimulering bij jeugd, maar voor senioren is kwalitatief goed aanbod net zo belangrijk. De studenten die ik nu begeleid, hebben geen ervaring met senioren en hebben er ook geen interesse in. Het zou helpen als zij al eerder in hun lesprogramma getriggerd worden om hier meer over te leren.
Naast dat het belangrijk is om de huidige sportstudenten te stimuleren, is het wat mij betreft ook belangrijk om mensen uit het werkveld te motiveren om de opleiding te volgen. Ik weet zeker dat veel buurtsportcoaches en zorgmedewerkers deze opleiding supertof zouden vinden, maar ze moeten er wel een jaar hard voor werken. Voor mij heeft het zeker meegewerkt dat mijn werkgever de opleiding voor me heeft betaald. Daarom zouden uitvoeringsorganisaties ook moeten stimuleren dat er meer medewerkers zijn met het diploma om les te geven aan senioren. Vaak zijn er opleidingsbudgetten beschikbaar, maar weten medewerkers niet precies waarvoor en hoeveel. Wees daar dus duidelijk over als werkgever.”
Kortom: zorg voor goed en specifiek opleidingsaanbod en daag studenten en buurtsportcoaches uit met deze doelgroep te werken