Belang van Sport en bewegen voor ouderen door de bril van een opleidingscoördinator
Zinvol bewegen onder leiding van een goed opgeleide bewegingsdeskundige kan de kwaliteit van leven van de ouder wordende mens enorm positief beïnvloeden!
Helmi is een bevlogen expert in het werkveld seniorensport. Sinds afgelopen jaar is ze samen met een collega de opleidingscoördinator van de opleiding ‘Sport- en beweegleider’ aan de SSNB Academy. Helmi loopt al een tijdje mee in het opleidingswerk (14 jaar) en kan daarom als geen ander vertellen wat het effect is van het versnipperde sport- en beweegaanbod voor senioren.
Enorme versnippering in de sector
”Helaas is het landelijke overzicht op de sector volledig verdwenen. Er is een enorme versnippering opgetreden in zowel het beweegaanbod als het opleidingsaanbod. Daarnaast is ook niet overal bekend wie de docenten zijn, waar ze zijn en of ze voldoende geschoold zijn”, aldus Helmi.
In de jaren ‘70 in de vorige eeuw is het Meer Bewegen voor Ouderen opgezet. Cursussen werden overal in het land gegeven en een groot aantal gediplomeerde MBvO docenten ging vol enthousiasme aan de slag. In de loop der jaren is de seniorensport versnipperd geraakt en is eenduidigheid en landelijke/ provinciale samenwerking verdwenen.
Nu de vergrijzing onder de beweegleiders snel toeneemt ‘sterft’ het MBvO/ de seniorensport ‘uit’.
Helaas wordt er op de sportopleidingen (HBO en MBO) weinig aandacht besteed aan bewegen voor de doelgroep senioren. Voor belangstellende oud-studenten is het daarom nodig om een (bij)scholing te volgen wil je gaan lesgeven aan senioren. Een ALO-er of Cios-er weet bijvoorbeeld alles van de methodiek en didactiek van het lesgeven, maar kan nog veel bijleren over de gezondheidskundige aspecten van het ouder worden. Momenteel zijn er nog niet veel opleidingen die ‘sport- en beweegleider’ als onderdeel hebben opgenomen in het curriculum. Een aantal bieden dit wel aan als keuzevak.
Specifieke kennis is nodig voor deze doelgroep
Het is belangrijk om een specifieke kennis op te doen over de doelgroep senioren voordat je deze doelgroep sport- en beweeglessen gaat aanbieden. Mensen van 60 jaar en ouder hebben bijna allemaal wel iets waarmee je rekening moet houden in je les. Ze hebben problemen met de knieën of een nieuwe heup, een chronische aandoening of een zwakke schouder. Deze groep is nog volledig zelfredzaam. Maar de groep ouderen met (beginnende) ouderdomsmotoriek en vaak minder tot niet meer zelfredzaam, vraagt vooral om bewegingsdeskundigen die kennis hebben van de gezondheidskundige en psychosociale aspecten van het ouder worden. Het is zo belangrijk dat je hier als lesgever goed mee om kunt gaan. Studenten aan onze opleiding leren om de motorische mogelijkheden van een groep in kaart te brengen. Ze moeten op de hoogte zijn wat de groep en de individuele deelnemer zowel fysiek als mentaal aan kan, zodat ze daar op hun les kunnen inrichten. Iedere deelnemer moet op het eigen niveau kunnen deelnemen. Dat vraagt van de docent dat hij moet kunnen differentiëren. Juist doordat de oudere in toenemende mate lichamelijke of mentale tegenvallers ervaart, moet het gezamenlijk sporten ook succeservaringen opleveren. Plezier beleven en elkaar ontmoeten, daar gaat het om.
Onze studenten leren uit te gaan van het doel dat zij willen bereiken met de groep en de deelnemers binnen de groep zowel op korte (de les) als op lange termijn. De keuze van materiaal moet dan passen bij de oefenstof die gekozen wordt. In de methodiek en didactiek lessen wordt dit nader toegelicht. Zo kunnen negatieve processen van het ouder worden met betrekking tot de gezondheid worden vertraagd en zelfs uitgesteld. Zo lang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren, daar gaat het om. Zinvol bewegen onder leiding van een goed opgeleide bewegingsdeskundige die mensen uitdaagt en een veilig beweegklimaat realiseert kan de kwaliteit van leven van de ouder wordende mens enorm positief beïnvloeden!
Een verschil met andere doelgroepen is dat de doelgroep senioren veel waarde hecht aan de kennis en kunde van de lesgever. Zij vinden het fijn om te weten waarom ze bepaalde oefeningen uitvoeren. Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd om te bewegen, ouderen moeten weten waarvoor ze het doen. Dat werkt voor hen motiverend. Het is dus belangrijk dat je de aangeboden oefenstof als lesgever kunt onderbouwen. Daarnaast wordt er uiteraard veel aandacht besteed aan het sociale aspect. Een les moet gezellig en plezierig zijn door een goede interactie tussen de deelnemers onderling en de docent. Samenwerkingsvormen in de les en het kopje koffie na afloop zijn heel belangrijk.
Er is overduidelijk een tekort aan gekwalificeerde lesgevers.
Er is overduidelijk een tekort aan gekwalificeerde lesgevers. Er zijn overal vacatures. Ik krijg veel signalen uit het werkveld dat er weinig of geen aanbod is van lesgevers. De vraag is groot maar bewegingsdeskundigen zijn er te weinig. Helaas wordt door de overheid onvoldoende de noodzaak gezien om juist met het oog op gezondheidspreventie voor nu en vooral voor de toekomst te zorgen voor goed opgeleide beweegleiders. De zorgkosten zullen alleen maar groter worden met het toenemend aantal senioren in de komende jaren.
Mijn droom voor seniorensport in Nederland is een landelijke visie, doorgetrokken naar een integrale aanpak door provincies en gemeenten. Er moet samengewerkt worden met zorg, gezondheid en welzijn. Bewegen voor de doelgroep moet prominenter aanwezig zijn in de lokale sport- en preventieakkoorden. Vanuit alle overheidslagen moet het beleid zijn om alles op alles te zetten om de groeiende groep senioren te stimuleren om te bewegen. Zo kunnen we de stijgende zorgkosten in de hand houden.
Goed opgeleide bewegingsdeskundigen (beweegleiders) zijn nodig om bovenstaande te realiseren en daarvoor zijn voldoende op elkaar afgestemde opleidingen nodig, met eenzelfde diploma. Parallel daaraan moet een goed arbeidsperspectief het vak interessant houden.”
Kortom werk aan de winkel voor een goed en aantrekkelijk landschap voor het vak van seniorensportleider.